Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Marij Pollux

Toelichting:
Voorgesteld wordt om het bodembeheergebied te verruimen met de grondgebieden van de gemeenten: Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw en Mook. Dit op grond van artikel 44 van het Besluit bodemkwaliteit.
Met dit voorstel wordt de bodemkwaliteitskaart ook bij gemeentegrensoverschrijdend grondverzet als bewijs geaccepteerd. Dit stimuleert het hergebruik van grond binnen de regio en draagt bij in het zo duurzaam en efficiënt mogelijk hergebruiken van grond binnen de regio. De bodemkwaliteitskaart kan alleen in combinatie met een vooronderzoek (NEN 5725) als milieu hygiënische verklaring worden gebruikt (artikel 4.3.5 van de Regeling bodemkwaliteit).

Voordelen
Door het verruimen van het bodembeheergebied mag vrijkomende grond - onder voorwaarden - ook in een andere gemeente worden hergebruikt, zonder dat de grond tegen betaling afgevoerd moet worden naar een grondbank of dat een partijkeuring moet worden uitgevoerd. Voordeel van deze constructie is een verlaging van administratieve lasten, minder transport en het hergebruik van grondstromen.

PAS en PFAS
Stikstof, het zogenaamde PAS-dossier, en Poly- en perFluorAlkylStoffen (PFAS) staan maatschappelijk in de belangstelling. Daarover wordt het volgende toegelicht:
• Het landelijke stikstof- / PAS-dossier heeft geen relatie met de (op 2 juni 2020 door het college vastgestelde) bodemkwaliteitskaart en dus ook niet met het voorliggende besluit om het bodembeheergebied te verruimen;
• Op dit moment worden voorbereidingen getroffen om de bodemkwaliteitskaart aanvullend voor PFAS door het college te laten vaststellen. Er komt een aparte, aanvullende PFAS-kaart voor boven- en ondergrond. Gestel wordt dat de achtergrondkwaliteit van PFAS in de bodem van de gemeente Venlo niet tot problemen bij grondverzet leidt.

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Erwin Boom

Toelichting:
Met de vaststelling van de Havenvisie Venlo stelt de raad een afwegingskader vast voor de ruimtelijke initiatieven die hier uit voortvloeien. Het vormt een meerjarig en dynamisch ontwikkelplan voor de haven. De visie en de uitvoeringsagenda samen benoemen de zaken die op de korte, middellange en lange termijn aan de orde zijn voor deze ontwikkeling. Het plan geeft daarmee een duidelijke richting en houvast, voor de gemeente en voor de huidige en toekomstige partijen in de haven.
Verder laat de visie zien welke maatregelen in de tijd gezien (moeten) worden getroffen en waarom.
Het plan brengt tevens in kaart waar en welke synergievoordelen te behalen zijn. Het biedt een toetsingskader voor beoogde ingrepen om te bepalen of deze daadwerkelijk een steentje bijdragen (of juist niet) aan het te behalen doel: een duurzame en toekomstbestendige haven.

Raadsnotitie 2019-3 Havenvisie – strategische keuzes
De raad deed aan de hand van deze notitie van 13 maart 2019 op zeven voorgelegde strategische keuzes richtinggevende uitspraken. Gekozen werd voor een doorontwikkeling van de haven als industriehaven, om de regionale economie te versterken en te verbeteren en onze positie als logistieke hotspot verder te verstevigen. Vastgesteld werd dat de recreatieve/toeristische functie en de industriële, met name uit veiligheidsoogpunt, onverenigbaar zijn met elkaar. Bevestigd werd dat het recreatief medegebruik niet in de industriehaven kan voortbestaan. Gekozen werd om te zien naar een verplaatsing van de jachthaven en wel bij voorkeur naar elders binnen de gemeente Venlo.
Deze uitspraken en een aantal specifieke strategische keuzes op het gebied van multimodaliteit, duurzaamheid, economie, hoogwater, infrastructuur en veiligheid zijn vertaald in de met dit raadsvoorstel voorliggende havenvisie en de aanpak van jachthaven (Raadsvoorstel 2020-52), eveneens geagendeerd voor deze Oordeelsvormende raadsbijeenkomst.

Strategische keuzes (zie voor uitgebreide toelichting pagina 5 van het raadsvoorstel)
De ontwikkeling van de haven als motor van de Greenport Venlo vraagt om strategische keuzes op een aantal thema’s:
Multimodaal
Bij de doorontwikkeling worden verschillende vervoerstypen met elkaar verbonden (weg, water, spoor).
Groen
Het stimuleren van vervoer over water – als vervanging van de vervoersbewegingen over de weg – heeft naast economische voordelen ook voordelen ten aanzien van duurzaamheid en veiligheid.
Economie
In de haven zijn watergebonden bedrijven gevestigd, maar ook bedrijven die dat niet zijn. Een duurzame en marktgerichte ontwikkeling van de haven vraagt vooralsnog om optimalisering van het gebruik van de huidige kavels en het vervolgens, met de marktvraag mee op, ontwikkelen van nieuwe kavels voor watergebonden bedrijvigheid.
Hoogwater
In de haven ligt nog een dijkversterkingsopgave om de waterkering te laten voldoen aan de norm. Nodig is een maatwerk-aanpak bij de hoogwaterbeschermingsopgave.
Infra
Een goede bereikbaarheid en verkeerveiligheid zijn cruciaal voor het goed functioneren van de haven. Ook voor veiligheid en mobiliteit van de werknemers van de bedrijven in de haven moet geïnvesteerd worden in infra (fietspaden) en aantrekkelijke mobiliteitssystemen.
Veiligheid
In verband met de veiligheid op het water bij de haven is het scheiden van de jachthaven en industriehaven noodzakelijk. Specifiek in verband met veiligheid wordt ingezet op de realisatie van een 2e ontsluitingsweg.

Communicatie en input van partijen
Er is overleg gevoerd met de bedrijven c.q. partijen in en om de haven, waarmee een klankbordgroep is geformeerd die heeft bijgedragen aan de havenvisie. Hun reacties zijn verwerkt, evenals die van Rijkswaterstaat, Waterschap Limburg, Provincie, Veiligheidsregio en Stichting Limburgs Landschap.

Financieel
Het vrijmaken van middelen voor de verschillende projecten en onderzoeken in de uitvoeringsagenda van de havenvisie zal jaarlijks via de kadernota en begroting plaatsvinden. Ten behoeve van projecten en onderzoeken in de jaarschijven 2021-2024 van de uitvoeringsagenda wordt bij de begroting 2021 een krediet ofwel regulier budget gevraagd. Over elk project zal afzonderlijke besluitvorming plaatsvinden.
Benodigde externe inhuur is nu financieel nog niet gedekt; ad hoc zal hiervoor waar nodig extra krediet gevraagd worden bij de raad.

Het Presidium behandelt op 30 september een uitnodiging van de verenigingen en de wethouder, aan de raad, voor een werkbezoek. Dit als extra (praktijk-)voorbereiding op raadsbehandeling van dit raadsvoorstel.

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Erwin Boom

Toelichting:
Verplaatsing van de jachthaven is noodzakelijk om de doorontwikkeling van de industriehaven mogelijk te maken en de veiligheid van de gebruikers van de jachthaven op termijn te kunnen waarborgen. Met het vaststellen van een mogelijke oplossingsrichting wordt de eerste stap gezet in een gericht haalbaarheidsonderzoek naar de verplaatsing van de jachthaven. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met de betrokken verenigingen en andere overheden. In gezamenlijkheid is een oplossingsrichting gekozen, met daarbinnen varianten, die verder onderzocht dienen te worden.
Voorgesteld wordt:

Voorgeschiedenis
Met de vaststelling door de raad van de beleidsnota “Ruimte voor de Haven! Industriehaven Venlo” op 29 januari 2014 stemde de raad ermee in, een verdere ontwikkeling van de industriehaven in beginsel mogelijk te maken. Geconcludeerd werd, dat verplaatsing van de jachthaven noodzakelijk was om de industriehaven verder te laten groeien. De vermenging van de recreatieve en bedrijfsmatige functies is niet langer verenigbaar.
Er vonden onderzoeken plaats (2014: locatie-onderzoek, 2016: MIRT “Bouwen met Maaswater” en aanwijzing Océ-Weerd als voorkeurslocatie (RIB 2016-132), en de verplaatsing van de jachthaven zou uiteindelijk een plek vinden in het samenwerkingsproject “Meer Maas Meer Venlo” (2017). In 2018 (financiële crisis) besloot het college van BenW uit de gezamenlijke verkenning Meer Maas Meer Venlo te stappen. Daarmee kwam de regie ten aanzien van het dossier “jachthaven” weer volledig bij de gemeente Venlo te liggen.
Uiteindelijk werd in de raad Raadsnotitie 2019-3 behandeld (van 13 maart 20190; oordeelsvormend deed de raad op zeven voorgelegde strategische keuzes richtinggevende uitspraken. Met betrekking tot de jachthaven werd vastgesteld dat de recreatieve/toeristische functie en de industriële, met name uit veiligheidsoogpunt, onverenigbaar zijn met elkaar. Bevestigd werd dat het recreatief medegebruik niet in de industriehaven kan voortbestaan. Gekozen werd om te zien naar een verplaatsing van de jachthaven en wel bij voorkeur naar elders binnen de gemeente Venlo.

Nieuwe locatie jachthaven
Van belang is om de jachthaven te verplaatsen naar een locatie die bijdraagt aan de beleidsdoelstellingen, zoals deze door uw raad zijn vastgesteld op het gebied van toerisme, economie, sport, natuur en veiligheid, op middellange termijn beschikbaar is, financieel haalbaar is en draagvlak heeft bij de betrokken verenigingen en andere overheden.
Verplaatsing van de jachthaven is noodzakelijk om de doorontwikkeling van de industriehaven mogelijk te maken en de veiligheid van de gebruikers van de jachthaven op termijn te kunnen waarborgen. Gebruikers van de jachthaven zijn de verenigingen WSV de Maas en waterscouting Belletable Stella Maris.
Met het vaststellen van een oplossingsrichting wordt de 1e stap gezet in een gericht haalbaarheidsonderzoek naar de verplaatsing van de jachthaven. De water gerelateerde verenigingen Viking en Reddingsbrigade Venlo zijn beide meegenomen in de zoektocht naar een oplossingsrichting.

FInancieel
Om te komen tot een locatiekeuze is verder onderzoek en uitwerking nodig (rivierkundige onderzoeken, onderzoek naar de ruimtelijke inpassing, bodemonderzoeken en onderzoek naar de verwachte kosten). Ten behoeve van deze onderzoeken wordt bij de begroting 2021 een krediet gevraagd.

De verplaatsing van de WSV de Maas en Belletable Stella Maris naar Lomm zou naar verwachting om een investering vragen van € 10 miljoen. Het realiseren van additionele voorzieningen in Maaswaard zou naar verwachting om een investering vragen van grofweg € 3 miljoen.

Aanvullend onderzoek is ook nodig om te bepalen in hoeverre ondernemers en de verenigingen zelf bereid zijn mede te investeren in deze locaties. Verder vindt overleg met andere overheden plaats in hoeverre zij een financiële bijdrage kunnen/willen leveren aan de verplaatsing van de jachthaven. Dit omdat verplaatsing van de jachthaven noodzakelijk is voor de verdere doorontwikkeling van de industriehaven.

Het Presidium behandelt op 30 september een uitnodiging van de verenigingen en de wethouder, aan de raad, voor een werkbezoek. Dit als extra (praktijk-)voorbereiding op raadsbehandeling van dit raadsvoorstel.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Erwin Boom

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om het grondexploitatiecomplex Sloterbeekstraat vast te stellen. Dit met het oog op de planontwikkeling van de locatie aan de Sloterbeekstraat – Jonkergouwstraat. Door Woonwenz wordt hier een appartementencomplex gerealiseerd met 26-29 appartementen (zie bijlage RIB 2020-51).
Met dit woningbouwproject wordt uitvoering gegeven aan de woonopgaven die de raad aan het college heeft meegegeven en wordt invulling gegeven aan het braakliggende terrein dat in 2010 is ontstaan door de sloop van het M&M kantoorgebouw.
Hiervoor stelt de raad een krediet van € 348.305,00 beschikbaar dat wordt gedekt uit de opbrengsten van de grondverkoop. De kosten bestaan uit het bouw- en woonrijp maken van de te verkopen gronden en de bijkomende plan- en rentekosten.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om het bestemmingsplan ‘Tegelseweg Belfeld’ vast te stellen.
Dit voor de realisatie van een woning aan de Tegelseweg in Belfeld. Het onbebouwde perceel ligt tussen de Tegelseweg 3 en 5. Een exploitatieplan is niet nodig. De kosten worden verhaald op de initiatiefnemer. Voor de aanleg van een inrit/uitweg worden leges in rekening gebracht. Met de initiatiefnemer is verder een planschadeverhaalsovereenkomst afgesloten. Er zijn geen zienswijzen ingediend tegen het plan. Zie ook RIB 2020-48.

Dit plan past binnen het ruimtelijk rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid, waaronder de ‘Ruimtelijke Structuurvisie Venlo – Ruimte binnen grenzen’ (RV 25 juni 2014-43). Uitgangspunt daarin is dat bestaande ruimte in het stedelijk gebied zorgvuldig en maximaal wordt benut. Met dit initiatief wordt hier invulling aan gegeven, omdat het een verdichting van de bebouwing betreft op een plek waar overwegend sprake is van een woonomgeving.

Vervolg
Na vaststelling van het bestemmingsplan, zal publicatie plaatsvinden waarna de mogelijkheid bestaat om beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Beroep is alleen mogelijk door diegene die aantoont dat hij niet in de gelegenheid is geweest om een zienswijze in te stellen. Bij het uitblijven van beroep wordt het bestemmingsplan na zes weken onherroepelijk.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om een voorbereidingsbesluit te nemen voor het gebied Industriestraat-Stationsstraat-Parallelweg in Tegelen. Voor dit gebied geldt namelijk nog geen planologische regeling op basis van de Wet ruimtelijke ordening (zogenaamde witte vlek). Het eerdere vastgestelde raadsbesluit is eind oktober verlopen.
Het voorbereidingsbesluit heeft een beschermende werking voor dit gebied, waardoor ongewenste ontwikkelingen kunnen worden voorkomen. Het huidige bestaande gebruik van bewoners en bedrijven kan gewoon worden voortgezet. Het voorbereidingsbesluit treedt in werking op 4 november 2020. Tegen het voorbereidingsbesluit is geen bezwaar en beroep mogelijk.

Stand van zaken
Het nieuwe bestemmingsplan is nog niet afgerond door de complexe juridische problematiek rondom een geluidgezoneerd bedrijventerrein en de bestaande woningen. Het in 2019 genomen voorbereidingsbesluit is o.a. aanleiding geweest om in open overleg te komen met het geluidzone-plichtige bedrijf Metaalgieterij Giesen (MGG). De gesprekken hebben ertoe geleid dat MGG de vergunde en actuele geluidssituatie van het bedrijf in beeld heeft gebracht. Dat heeft langer geduurd dan verwacht. De inventarisatie van alle geluidsbronnen was omvangrijker en complexer, er was sprake van verschillende rekenmodellen en er was nieuw akoestisch onderzoek nodig.
Als gevolg van de inventarisatie wordt in overleg met MGG en Provincie Limburg gekeken of en welke maatregelen genomen kunnen worden om de geluidsbelasting omlaag te brengen.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De huidige lokale woonvisie loopt in 2021 af, daarnaast ligt er een nieuwe regionale woonvisie Noord-Limburg (RV 2020-49 september). Het is dus een logisch moment om de lokale woonvisie te herijken. Met deze raadsnotitie wordt een start gemaakt om een nieuwe lokale woonvisie vast te kunnen stellen. In de raadsnotitie staan drie centrale thema’s benoemd waarlangs de lokale visie opgebouwd kan worden:

Het zijn thema’s die logisch volgen uit de nieuwe regionale woonvisie én voortborduren op de huidige lokale woonvisie, die dient als basis voor de jaarlijkse prestatieafspraken met de woningcorporaties. Hierbij wordt nadrukkelijker dan voorheen het thema wonen en zorg integraal opgepakt. Dit is in lijn met het B-dossier: wonen in het kader van inclusiviteit.

Wat is de vraag?
Vraag voor de raad nu is of dit de juiste thema’s zijn of dat er thema’s missen die aangevuld moeten worden.

Vervolg
Vaststelling van de visie is voorzien voor september 2021. Gezien het belang van het onderwerp zal de raad ook tussentijds betrokken en geïnformeerd worden. Hierbij wordt in ieder geval gedacht aan een themabijeenkomst in het voorjaar van 2021, waarbij ook de resultaten van het woonwensenonderzoek worden gedeeld.

Verder nog
Om beter zicht te krijgen op de actuele kwalitatieve vraag wordt een woonwensenonderzoek uitgevoerd. De resultaten worden meegenomen in de nieuwe lokale woonvisie en geven inzicht in die ruimte die gewenst is voor kwalitatieve toevoegingen op kernniveau.
De lokale woonvisie vormt de basis voor de jaarlijkse prestatieafspraken die de gemeente maakt met de woningcorporaties en de huurdersbelangenvereniging.