Vergadering : Oordeelsvormende raadsvergadering, 10 april 2019 19:00:00

Voorzitter: Duran Yildiz
Portefeuillehouder: wethouder Vervoort

INSPREKER:
Namens SV Blerick, voorzitter de heer Paul Lenders
Boodschap aan de raad: SV Blerick wil met de raad haar zorgen en visie delen aangaande de voorgestelde Sportvisie, met betrekking tot ontwikkelingen aan de westzijde van de Maas.

De raad wordt voorgesteld om de 4 speerpunten en de bijbehorende ambities uit de nieuwe sportvisie Venlo.Fit vast te stellen. Speerpunt 3 uit de sportvisie (sportvereniging en haar voorzieningen) is uitgewerkt in een accommodatievisie Sport 2020-2030.
Rekening is gehouden met een aantal nieuwe ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, de jeugd die minder sport, toename van individuele sport en de afname van sport in verenigingsverband. De speerpunten en ambities zijn geformuleerd op basis van een intensief samenwerkingstraject dat in 2018 is gehouden met sportpartners. Bij behandeling van de RN november 2018 is de raad gevraagd uitspraak te doen over de 4 speerpunten. De reacties zijn in het voorstel meegenomen. Vraag is nu of u zich daarin herkend en of u kunt instemmen met de speerpunten en bijbehorende ambities die nu voorliggen.

Wij leren bewegen
Dit speerpunt richt zich op de jeugd. Onze jeugd beweegt minder en krijgt te maken met ongezonde verleidingen wat leidt tot gezondheidsachterstanden. Dit willen we voorkomen. Ingezet wordt daarom op de volgende ambities:
 Alle kinderen sporten en bewegen, hebben hier plezier in en groeien gezond op.
 Kinderen hebben geen bewegingsachterstand (motorisch).
 Alle jongeren bewegen blijvend, eten gezond en zitten daardoor lekker in hun vel.
 Talenten herkennen we en bieden we mogelijkheden zich te ontwikkelen.

Iedereen Kan Sporten
Streven is dat sport en bewegen voor iedereen toegankelijk moet zijn en blijven.
Omdat we vergrijzen, willen we er op inspelen dat ouderen beter en langer kunnen blijven sporten en bewegen. Kwetsbare inwoners, waarbij sport en bewegen minder vanzelfsprekend is, helpen wij zodat ook zij laagdrempelig kunnen bewegen.
Ingezet wordt op de volgende ambities:
 Iedereen Kan Sporten. Zoveel mogelijk mensen met een beperking krijgen of houden we in beweging. Drempels nemen we weg zodat bewegen ook laagdrempelig wordt voor deze doelgroep.
 Ouderen in beweging. We willen meer ouderen in beweging brengen of houden en hierdoor participatie verhogen en eenzaamheid onder deze doelgroep verminderen. Ouderen blijven langer vitaal en we willen sportverenigingen en beweegclubjes ondersteunen om in te spelen op deze behoeften.
 Kwetsbare inwoners in beweging brengen. Inwoners waarvoor sport en bewegen minder toegankelijk is, faciliteren wij om ze een leven lang in beweging te krijgen en te houden.

Samenwerking sportverenigingen, efficiënter gebruik voorzieningen
Sportverenigingen blijven we faciliteren omdat ze een belangrijke hoeksteen zijn van onze maatschappij op sportief als ook sociaal vlak. Maar de behoeften van onze inwoners veranderen. Inwoners kiezen steeds minder vaak voor een vereniging, maar voor andere vormen van sport en bewegen. Insteek is om vraag en aanbod van sportvoorzieningen beter op elkaar af te stemmen. Ingezet wordt op 2 opgaven:
 Meer vitale, open en toekomstbestendige sportverenigingen.
Vast te stellen uitgangspunten hiervoor:
• Door verregaande samenwerking ontstaan vitale en toekomstbestendige verenigingen die tot op zekere hoogte professionaliseren;

• We kennen grote vitale en toekomstbestendige sportverenigingen. Deze verenigingen zijn in staat meer taken op te pakken die nu onderdeel zijn van het takenpakket van de gemeente (een nieuwe balans);

• We kennen sportverenigingen die in staat zijn in te spelen op ontwikkelingen en zodoende nadrukkelijk aandacht hebben om ouderen, mensen met een beperking en mensen in armoede te binden aan hun vereniging.

 Efficiënter ruimtegebruik en multifunctionele, duurzame sportparken.
Vast te stellen uitgangspunten hiervoor:
• Tot 2030 gaan we van 14 sportparken naar 6 sportkernen en 3 kleinere sportparken. Vanzelfsprekend worden er geen nieuwe sportparken gerealiseerd, maar wordt er gekeken naar combinaties binnen de contouren van de huidige sportparken. In denkrichting (zie ook hoofdstuk 5) kennen we de volgende sportkernen en sportparken

• We faciliteren niet de verenigingen, maar de sportparken, waarbij de zes sportkernen gebruikt worden door grote vitale verenigingen.

• De sportkernen bieden mogelijkheden om ook andere functies dan sport te herbergen (wel sport gerelateerd). Dat kan onder andere zijn een huisarts, sportarts, fysiotherapeut, podotherapeut, fitnessschool, krachthonk, dag- en kinderopvang;

• Daar waar zich kansen voordoen om binnen- en buitensport te bundelen heeft dit in het kader van multifunctionaliteit de voorkeur;

• Sportkernen en sportparken zijn zoveel mogelijk openbaar toegankelijk en te gebruiken. Waar mogelijk creëren we hek loze sportparken. Ook de openbare ruimte verbinden we zoveel mogelijk met onze sportkernen en sportparken;

• Vrijgekomen ruimte moet indien mogelijk de bestemming sport en bewegen blijven behouden, maar dan met een recreatieve, eigentijdse of parkachtige invulling;

• Verenigingen verplaatsen over een afstand van ongeveer 3 tot 4 km leidt mede gelet op het voedingsgebied van de betreffende vereniging niet tot ledenverlies. Bij verplaatsen over een grotere afstand dit in overweging meenemen;

• Uitgangspunt is centrale horecavoorzieningen die de rol als “sportgemeenschapshuis” optimaal kunnen invullen;

• Financiën die hiervoor nodig zijn, zijn niet leidend voor de inhoud. Wel voor de snelheid van de uitvoering;

• Investeren in veldaccommodatie en gebouwen gebeurt op een duurzame wijze. Het Nationaal Klimaatakkoord (voor gemeentelijk (sport)vastgoed geldt ‘neutraal in 2040’) en de Venlose ambitie 2030 zijn hierbij leidend;

• Opbrengsten van verkoop van sportparken of delen daarvan die aan sport worden onttrokken, komen ten goede aan de verplaatsing van de clubs naar andere voorzieningen.

Onze ruimte nodigt uit tot bewegen
Sport in on- of anders georganiseerd verband neemt steeds verder toe. Onze openbare ruimte dient steeds vaker als sport- en beweegruimte. We willen daarom dat onze ruimte uitdaagt tot sport, bewegen, spelen en recreëren. Dat betekent dat:
 Schoolpleinen en sportparken openbaar toegankelijk zijn.
 We stimuleren inwoners om voor korte afstanden te fietsen of te wandelen. We passen hier onze openbare ruimte op;
 We werken aan een recreatief Venlo en Groen & Gezond in de wijk (Agenda Groen en Water). De belangrijkste ambities daarbij zijn:
• We erkennen de kracht van groen en gezond in de wijk. We bundelen de kracht van groen, water en gezond en verankeren dit in het omgevingsplan.
• Recreatief Venlo. We maken aantrekkelijke verbindingen van woonomgeving naar het buitengebied en versterken en bevorderen de beleving van en aan de Maas.
 Sportevenementen brengen veel inwoners in beweging. Daar waar nodig en mogelijk faciliteren en ondersteunen wij deze evenementen.

Vervolg
De vastgestelde opgaven en uitgangspunten van de accommodatievisie sport zijn de basis om de komende jaren met de verenigingen om tafel te gaan en toekomstgericht keuzes te maken. In hoofdstuk 5 van het accommodatiebeleid vindt u informatie over de vraag hoe partijen er nu inzitten.
Als de raad instemt met de speerpunten en ambities zal het college in samenwerking met partijen aan deze opgave werken. Over de voorgang wordt de raad geïnformeerd via RIB’s en rondom de P&C cyclus.
Voor de uitrol van het accommodatiebeleid zijn mogelijk investeringsbudgetten nodig. Mocht extra budget nodig zijn, dan wordt dit voorgelegd aan de raad.

Voorzitter: Duran Yildiz
Portefeuillehouder: wethouder Peeters

HAMERSTUK

Op 6 december 2018 heeft de RUD Zuid-Limburg de gemeenteraad van de gemeente Venlo gevraagd om een ontwerp verklaring van geen bedenkingen af te geven. De VVGB is nodig om een kantoor/controlekamer te kunnen bouwen voor N.V. Rotterdam Rijn Pijpleiding Maatschappij (hierna: RRP) aan de overzijde van de Manegeweg in Venlo. Gekozen wordt voor nieuwbouw op deze locatie, omdat rekening gehouden moet worden met veiligheids- en beveiligingszoneringen die gelden voor het kantoor/controlekamer.
Omdat het bedrijf onder de werkingssfeer van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) valt, is de Provincie Limburg (RUD-Zuid) het bevoegd gezag en daarmee bevoegd om de aanvraag omgevingsvergunning te behandelen.

Zienswijzen
Met de ontwerp VVGB kan de RUD Zuid-Limburg vervolgens een ontwerpbesluit omgevingsvergunning voorbereiden. De ontwerp VVGB wordt gelijktijdig met de ontwerp-omgevingsvergunning door de RUD Zuid-Limburg voor 6 weken ter inzage gelegd voor een ieder. In het geval er zienswijzen zijn ingediend tegen de ontwerp VVGB, wordt de VVGB opnieuw aan de gemeenteraad voorgelegd. Indien er geen zienswijzen zijn ingediend tegen de ontwerp VVGB geldt bijgevoegd concept-raadsbesluit ook als de definitieve VVGB, zie dictumpunt 2 van het raadsbesluit. Dit is niet helemaal overeenkomstig de voorgeschreven voorbereidingsprocedure, maar bevordert wel de vlotte voortgang van de gehele Wabo procedure.

Verder nog
De mogelijke vergoeding van kosten voor eventuele planschade zijn verzekerd doordat met RRP een planschadeverhaalsovereenkomst is gesloten. De kosten voor de aanpassing van de toegangsweg, de bomen en het onderhoud van de bomen zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Door situering en positie van het pand is de landschappelijke impact geminimaliseerd en blijft het landelijke karakter van de plek behouden.

Voorzitter: Hans van Soest
Portefeuillehouder: burgemeester Scholten

Woonwenz is van plan om 18 grondgebonden, levensloopbestendige, sociale huurwoningen en een groenzone te realiseren op de locatie die globaal wordt begrensd door de Rummerkampstraat, de Genooyerbergen, de Agnes Huijnstraat en de Karbindersstraat. Nu ligt hier een grasveld dat aan de noord en westzijde wordt omringd door bedrijfsgebouwen, aan de oost en zuidzijde liggen woningen. Zie ook RIB 2018-66.

Wat ligt voor?
Om de gewenste ontwikkeling mogelijk te maken is een aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk. Een exploitatieplan is niet nodig. De kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Met de initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst gesloten.
De raad wordt verzocht om het bestemmingsplan vast te stellen.

Zienswijze
Op het plan is 1 zienswijze ingekomen. Voorgesteld wordt om deze zienswijze niet over te nemen. In de zienswijze wordt gevraagd naar alternatieve ontwikkellocaties, wordt gewezen op de verhouding tussen koopwoningen en huurwoningen in de buurt, mogelijke planschade en buurtparticipatie.

Eerder besluit
December 2017 heeft de raad het uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld voor dit plan. Akkoord is gegaan met de realisatie van de woningen door Woonwenz als compensatie voor het niet meer doorgaan van ontwikkelingen in de Stadhouderstraat. (Zie ook RV 2017-52).

Wat is gewijzigd?
Het bestemmingsplan is op 2 onderdelen gewijzigd ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. Door een wijziging van de breedte van de woningen en daarmee de bouwvlakken ontstaat een overgangsstrook tussen openbaar en privé. In verband hiermee is ook artikel 5.2.1 onder c aangepast. Deze aanpassingen leiden ruimtelijk gezien niet tot een gewijzigd bestemmingsplan.

Stand van zaken
In 2017 en in 2018 zijn informatiebijeenkomsten voor omwonenden gehouden. Het bestemmingsplan heeft onverwacht vanaf september 2018 een half jaar stil gelegen.
De verwachting is dat in april de ontwerptekeningen van de woningen van Woonwenz voor zover gereed zijn dat ze met de betrokken buurt gedeeld kunnen worden. De buurt kan dan kennis nemen van het ontwerp van de woningen. Met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte worden waar mogelijk de wensen van de omwonenden meegenomen in de daadwerkelijke inrichting. De feitelijke inrichting wordt opgesteld op basis van het bestemmingsplan.

Vervolg
Na vaststelling wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. Tegen het bestemmingsplan kan binnen de beroepstermijn van zes weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt in beginsel in werking op de eerste dag na het einde van de beroepstermijn. Indien gedurende de beroepstermijn een voorlopige voorziening wordt getroffen door de Afdeling bestuursrechtspraak, treedt het bestemmingsplan niet meteen in werking.

Voorzitter: Duran Yildiz
Portefeuillehouder: wethouder Peeters

HAMERSTUK

Toelichting:
Voorgesteld wordt dit bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen en geen exploitatieplan vast te stellen, omdat het plan geen financiële gevolgen heeft voor de gemeente.
Het gaat om het mogelijk maken van realisering van 13 grondgebonden levensloopbestendige woningen door woningcorporatie Woonwenz.
Er zijn geen zienswijzen ingediend

Voorzitter: Hans van Soest
Portefeuillehouder: burgemeester Scholten

Toelichting:
Woningcorporatie Woonwenz is van plan om het gebied Teuniswijk Venlo-Noord te herstructureren. Het plangebied ligt aan de noordzijde van het stedelijk woongebied van Venlo, ten oosten van de Maas en ten zuidwesten van bedrijventerrein Veegtes.
De herstructurering leidt tot sloop van de bestaande portiekflats met 126 woningen en 12 winkelruimtes. In de plaats daarvan worden op deze locatie 68 nieuwe woningen gerealiseerd. Het gaat hier vooral om levensloopbestendige sociale huurwoningen.
Dit plan past binnen het lokale woonbeleid (Woonvisie 2016-2021 RV2016 82).
De ontwikkeling past niet binnen het geldende bestemmingsplan.

Wat ligt voor?
De raad wordt voorgesteld om akkoord te gaan met herziening. Op het ontwerp bestemmingsplan zijn geen zienswijzen ingediend. Een exploitatieplan is niet nodig.
Met Woonwenz is namelijk een anterieure overeenkomst gesloten over de herontwikkeling. Daarin zijn afspraken gemaakt over de financiën, het proces, onderlinge taken en verplichtingen. Met het sluiten van de overeenkomst is het kostenverhaal verzekerd en zijn de locatie-eisen geborgd.

Eerder besluit
De raad heeft op 29 november 2017 een krediet van € 1.117.000,-- voor de grondexploitatie van de herstructurering Teuniswijk beschikbaar gesteld (RV 2017/60).

Geluidhinder
Op 17 juli 2018 heeft het college (bevoegd orgaan) op verzoek van Woonwenz voor 13 van de 68 nieuw te bouwen woningen hogere geluidwaarden vastgesteld vanwege het geluid van verkeer op de Veldenseweg. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt bij die woningen met maximaal 7 dB overschreden. In het kader van de vergunningverlening wordt nog nader onderzoek uitgevoerd ter bepaling van de geluidwering van de gevel. Bij toepassing van de juiste geluidwerende materialen en maatregelen (conform dat nader onderzoek) is een binnenniveau van 33 dB en daarmee een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd.

Communicatie
Woonwenz heeft voor dit initiatief enkele informatieavonden georganiseerd. Daarnaast is met het oog op herhuisvesting van haar huurders in januari 2018 gestart met individuele gesprekken met de zittende huurders bij hen thuis. Aan de herhuisvesting van de zittende huurders ligt een sociaal plan ten grondslag.

Vervolg
Na vaststelling wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. Tegen het bestemmingsplan kan binnen de beroepstermijn van zes weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt in beginsel in werking op de eerste dag na het einde van de beroepstermijn. Indien gedurende de beroepstermijn een voorlopige voorziening wordt gevraagd bij de Afdeling bestuursrechtspraak, treedt het bestemmingsplan niet meteen in werking.

Voorzitter: Duran Yildiz
Portefeuillehouder: Sjors Peeters

Toelichting:
Het huidige beleid dateert van 2014 en biedt te weinig houvast voor de huidige opgave die gemeenten hebben in relatie tot de huisvesting van arbeidsmigranten.
Met dit raadsvoorstel wordt de raad voorgesteld een viertal doelstellingen en negen uitgangspunten op bepaalde aspecten vast te stellen, die samen met de toelichting en uitleg in bijlage 1 bij dit raadsvoorstel gaan dienen als toetsingskader voor nieuwe initiatieven voor short stay huisvesting.

Doelstellingen
Vanuit het besef dat arbeidsmigranten hard nodig zijn om onze economie draaiend te houden en de ambitie om arbeidsmigranten aan onze regio te binden is een regionale bouwsteen opgesteld met hierin het gezamenlijk vertrekpunt voor beleid voor short-stay huisvesting. Deze regionale bouwsteen is lokaal verder uitgewerkt en heeft voor Venlo geresulteerd in de volgende doelstellingen, waarvan aan de raad wordt gevraag ze vast te stellen:
• Voldoende huisvesting bieden
• Kwalitatief goede huisvesting realiseren
• Open huisvesting
• Alternatieven bieden voor kamerverhuur in de wijken

Uitgangspunten
Om te borgen dat huisvesting voldoende kwaliteit biedt voor de arbeidsmigranten zijn een aantal uitgangspunten opgesteld waaraan huisvestingsinitiatieven moeten voldoen.
Het gaat dan om de uitgangspunten op de volgende aspecten, waarvan aan de raad wordt gevraagd ze vast te stellen:
• Minimale eisen huisvesting (SNF-normen)
• Onderscheidend vermogen
• Beheer en toezicht
• Parkeren
• Ontsluiting
• Bereikbaarheid voorzieningen
• Woon- en leefklimaat
• Context locatie en omgeving

Vervolgprocedure
Met het beleidskader short-stay is een eerste stap gezet in de integrale aanpak van arbeidsmigranten.
De volgende zaken zullen ook nog regionaal en/of lokaal opgepakt worden:

• Handhaving: wordt meegenomen in het integraal handhavingsbeleid dat medio 2019 ter vaststelling aan de raad wordt aangeboden;
• Arbeidsmigranten die zich hier permanent willen vestigen: dit valt onder ‘reguliere huisvesting’. Wat dit betekent voor onze woningmarkt wordt meegenomen in de herijking van de regionale structuurvisie wonen Noord-Limburg. Deze wordt december 2019 ter vaststelling aan de raad voorgelegd;
• Bewustwording en onderzoek: het blijft noodzakelijk het belang van arbeidsmigranten onder de aandacht te brengen en aanvullend onderzoek te doen naar oa. de kwalitatieve woonwensen van arbeidsmigranten. Een provinciaal aangesteld kwartiermaker gaat een gezamenlijke bewustwordingscampagne (overheid en bedrijfsleven) in gang zetten en onderzoek verder uitrollen;
• Integratie, taal en onderwijs: in het PHO Ruimte (portefeuillehouders overleg Ruimte) is besloten ook hier regionaal mee aan de slag te gaan. Dit traject moet nog opgestart worden.

In de Beeldvorming van woensdag 3 april 2019 wordt een toelichting gegeven bij dit raadsvoorstel en bent u in de gelegenheid om inhoudelijke vragen te stellen.