Vergadering : Oordeelsvormende raadsvergadering, 14 juni 2017 19:00:00

Voorzitter: Alexander Vervoort
Portefeuillehouder: namens het college

Voorzitter: Alexander Vervoort
Portefeuillehouder: wethouder Teeuwen

Zie bijlage toelichting annotatie

Voorzitter: Alexander Vervoort
Portefeuillehouder: wethouder Satijn

Voorstel
De raad wordt voorgesteld in te stemmen met:

de kaders en uitgangspunten verkoop parkeergarages Mgr. Nolensplein, Roermondsepoort
en Maaswaard het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet van € 300.000.

Toelichting
Op 22 februari 2017 stemde u in met het principe besluit tot verkoop van drie binnenstedelijke parkeergarages, te weten Mgr. Nolensplein, Roermondsepoort en Maaswaard..

Bij de behandeling van het raadsvoorstel in februari 2017 heeft u aangegeven, voorafgaand aan de daadwerkelijke verkoop van de garages, de randvoorwaarden en uitgangspunten te willen vaststellen over o.a. de tariefsontwikkeling. Dit raadsvoorstel voorziet daarin.

Over het proces:
Het voorliggend raadsvoorstel gaat in op het proces om te komen tot de uiteindelijke verkoop van de parkeergarages. Het proces bestaat uit de volgende fasen:

Eerste fase, waarin inventarisatie, kaders en proces worden afgestemd (maart-mei 2017); Tweede fase, waarin biedingen en MEO-test plaatsvinden en indien overeenstemming
wordt bereikt een Memorandum van Overeenstemming wordt op- en vastgesteld (juli-
november 2017); Derde fase, waarin formalisering/afwikkeling van de vastgoedtransactie plaatsvindt
(november 2017- voorjaar 2018).

Over de inhoudelijke kaders en uitgangspunten:
De Inhoudelijke kaders en uitgangspunten zoals geformuleerd in het voorliggende raadsvoorstel bevatten onder meer de maximaal toegestane tariefontwikkeling voor kort- en langparkeren (abonnementen), de kaderstelling voor aantallen abonnementen per parkeergarage, de kwaliteit van de parkeergarages, en dergelijke.

Over het gevraagde voorbereidingskrediet:
Uw raad wordt voorgesteld om een voorbereidingskrediet van € 300.000 beschikbaar te stellen ten behoeve van de met dit verkoopproces gemoeide kosten voor o.a. gespecialiseerde projectleiding, advieskosten, juridische kosten, benodigde aanvullende onderzoeken en interne kosten.
De verwachting is dat het verkoopresultaat van de drie binnenstedelijke parkeergarages zodanig is dat de boekwaarden van de betreffende garages, alsmede de voorbereidingskosten, gedekt kunnen worden door de verkoopopbrengst

Hoe verder?
Na instemming van uw raad neemt het college de tweede fase van het verkoopproces ter hand. Na afronding van dit proces wordt uw raad geïnformeerd over het resultaat hiervan. Naar verwachting volgt dit in het vierde kwartaal van 2017.

NB: het debat over de Raadsconsultatie 9 Belparkeren zal plaatsvinden in de besluitvorming d.d. 28 juni aanstaande.

Voorzitter: Alexander Vervoort
Portefeuillehouder: wethouder Satijn

HAMERSTUK

Toelichting:
In het kader van de vervlechting in de Noordwest hoek heeft de raad eerder al besloten tot beëindiging van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Businesspark Venlo (Venlo GreenPark). In het voorliggende liquidatieplan wordt de beëindiging verder uitgewerkt.
Conform art 31 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling wordt uw raad voorgesteld in te stemmen met het liquidatieplan. Hiermee wordt de laatste formele stap genomen in het proces tot beëindiging van Venlo GreenPark.

Voorgeschiedenis:
Eind 2005 hebben de gemeenten Gennep, Horst aan de Maas, Peel aan de Maas, Venray en Venlo de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Businesspark Venlo (handelsnaam: Venlo GreenPark) opgericht.
In december 2016 hebben de raden van de vijf deelnemende gemeenten ingestemd met de vervlechting van de (grond) exploitaties van DCGV, TPN, VGP, Villa Flora en de Innovatoren. Als gevolg van deze vervlechting is één nieuw ontwikkelbedrijf ontstaan met aan de ene kant de BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo (aandeelhouders zijn de gemeenten Horst aan de Maas, Venray, Venlo en de Provincie Limburg) en aan de andere kant een BV/CV Campus Vastgoed Greenport Venlo (aandeelhouders zijn de gemeente Venlo en de Provincie Limburg). De gemeenten Gennep en Peel en Maas hebben besloten om geen deel uit te maken van het nieuwe samenwerkingsverband en treden daarmee uit.

In het kader van de vervlechting hebben de raden van de vijf deelnemende gemeenten in december 2016 besloten tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Businesspark Venlo.
Als laatste stap in het proces om te komen tot beëindiging van Venlo GreenPark dienen de raden van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling in te stemmen met bijgaand liquidatieplan. Dit plan is geschreven als leidraad om te komen tot de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Businesspark Venlo. Het plan gaat in op de financiële en administratieve consequenties van de opheffing. Het Algemeen Bestuur zal de ontbinding effectueren.

Voorzitter: Alexander Vervoort
Portefeuillehouder: Wethouder Teeuwen

Voorstel
Voorgesteld wordt de derde wijziging van de bouwverordening gemeente Venlo vast te stellen en na publicatie ervan in werking te laten treden.

Toelichting
De wijziging van de bouwverordening en het bijbehorende Reglement van orde vormen het sluitstuk van de herijking van de welstandscommissie. Grondslag hiervoor is de wettelijke mogelijkheid om bouwplannen ambtelijk op welstandsaspecten te mogen beoordelen. Over deze wijziging bent u in 2013 geconsulteerd (RC 2013-7). Tijdens een pilotfase (1 november 2016 – 1 april 2017) zijn de gevolgen van een dergelijke ambtelijke welstandsbeoordeling onderzocht en eerste ervaringen met de voorgestane werkwijze opgedaan. Daarbij is geconcludeerd dat bij een gedeelte van het bouwplanaanbod te volstaan met een ambtelijke beoordeling.

De nu voorgestelde wijziging legt juridisch vast over welke bouwplannen de Adviescommissie Welstand en Erfgoed nog een onafhankelijk advies uitbrengt. De overige plannen die onderhevig zijn aan een welstandsbeoordeling worden in de toekomst ambtelijk beoordeeld.

Met de voorgestelde wijziging kunnen de burgers duidelijk herleiden in welke gevallen de Adviescommissie Welstand en Erfgoed een onafhankelijk advies zal uitbrengen.

De onafhankelijke commissie Welstand en Erfgoed is betrokken bij de invoering van de ambtelijke welstandsbeoordeling/planselectie. Nadere informatie heeft de raad hierover ontvangen bij RIB 2017-62.

Voorzitter: Alexander Vervoort
Portefeuillehouder: wethouder Teeuwen

Toelichting:
In juni 2017 worden de economische POL-uitwerkingen (Provinciaal Omgevingsplan Limburg) ‘werklocaties’ en ‘detailhandel’ aan de raad voorgelegd. De POL-uitwerking werklocaties bestaat uit twee thematische onderdelen, namelijk bedrijventerreinen en kantoren. De knip tussen beide thema’s is gemaakt vanwege de verschillen in context, economische positie en toekomstperspectief. De Regioraadswerkgroep heeft verzocht om de thema’s bedrijventerreinen en kantoren afzonderlijk aan uw raad voor te leggen.
Dit betekent dat er drie raadsvoorstellen voorliggen betreffende de ‘regionale visie bedrijventerreinen* , de ‘regionale visie kantoren*’ en de ‘regionale detailhandelsvisie’. (*Deze beide maken deel uit van de POL-uitwerking werklocaties).

Voorgesteld wordt om deze drie raadsvoorstellen integraal te behandelen. Dit n.a.v. de behandeling in de beeldvorming op 7 juni 2017.

Voor een toelichting op de raadsvoorstellen zie bijgevoegde annotaties.

Voorzitter: Merve Karaman
Portefeuillehouder: wethouder Satijn

Voorstel
De raad wordt voorgesteld in te stemmen met de projectbegroting inclusief het geformuleerde dekkingsvoorstel.
• een kredietverstrekking van € 422.000,- ; € 482.000,- en €322.000,- voor respectievelijk 2017, 2018 en 2019
• een exploitatiebudget in:
o 2017 van € 433.000,- waarvan € 150.000,- structureel
o 2018 van € 859.000,- waarvan € 344.000,- structureel
o 2019 van € 920.000,- waarvan € 480.000,- structureel
o 2020 van € 574.000,- structureel
o 2021 van € 590.000,- structureel

• de vrijval van de volgende kredieten voor een gedeeltelijke dekking:
o Restantkrediet 14022, BAG en WKPB systeem van € 95.000,-
o Restantkrediet 14026, Publiekrechtelijke beperkingen 2014 van € 50.000,-
• de inzet van de vrijval van de kapitaallasten van deze investeringskredieten als dekking
• de inzet van het budget organisatie ontwikkeling t.b.v. kennis en training als dekking tot een bedrag van € 50.000 voor 2017

De raad wordt daarnaast gevraagd om in te stemmen met het ontwikkelde scenario C, dat voorziet in het nemen van een voorschot op de verwachte begrotingsruimte als onderdeel van de kadernota en kennis te nemen van het feit dat de in het scenario beschreven handelwijze afwijkt van de vastgestelde spelregels en financiële beleidskaders

Toelichting
De gemeente is in de afgelopen jaren enkele malen geconfronteerd met gebrekkige dossier en dossierbeheer. De aan de raad aangeboden RIB 2016-166 met het behorende onderzoek heeft de noodzaak tot verbetering duidelijk gemaakt. Het nu te starten project PRiO is bedoeld om invulling te geven aan de aanbevelingen uit het rapport.
Het te starten project beoogt een structurele verbetering van de borging van de dossiervorming en het archiefbeheer. Met het project wil de gemeente weer kunnen voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving. Het kent een doorlooptijd tot 2021.

In het voortraject is een drietal scenario’s uitgewerkt.
Scenario A beoogt een integrale afweging bij de begrotingsbehandeling (2018 – 2021) dit najaar. Het gevolg daarvan is dat niet eerder van begin 2018 met de uitvoering van het project kan worden begonnen.
Scenario B richt zich op een herschikking van de beleidsmiddelen binnen de bestaande begroting via de daarvoor geformuleerde instrumenten van de VoRap 2017 en de begroting 2018 – 2021).
Scenario C zet in op het nemen van een voorschot op de verwachte begrotingsruimte 2018 en wordt gelijktijdig met de kadernota 2018 in de mei 2017 behandeld. Dit betekent dat afgeweken wordt van de vastgestelde spelregels en financiële beleidskaders.

De tijdwinst voor de start van het project is ca 7 maanden.

Voorzitter: Merve Karaman
Portefeuillehouder: burgemeester Scholten

HAMERSTUK

Voorstel
De raad wordt voorgesteld om de 8e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Venlo vast te stellen, bestaande uit het toekennen van de in de Wet aanpak Woonoverlast genoemde bevoegdheid aan de burgemeester. De wijziging dient in te gaan na publicatie maar niet eerder dan 1 juli 2017.

Toelichting
Op 1 juli 2017 treedt de nieuwe Wet aanpak woonoverlast in werking (dit is artikel 151d Gemeentewet). Het nieuwe artikel biedt de raad de mogelijkheid om de burgemeester bij verordening de bevoegdheid te verlenen om handhavend op te treden als een gebruiker van een woning herhaaldelijk hinder veroorzaakt. De burgemeester kan in voorkomende gevallen een gedragswijziging of een last onder bestuursdwang opleggen en in het ultieme geval de veroorzaker van de overlast maximaal 10 dagen uit huis plaatsen.
Het gaat daarbij om een laatste redmiddel, als alle bestaande maatregelen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid.
Met de toevoeging van artikel 2:49a aan de APV biedt de Raad de burgemeester de mogelijkheid om van de uitbreiding van zijn bevoegdheid gebruik te maken. Hij is daarbij gehouden de kaders en procedures uit artikel 151d Gemeentewet en mogelijk nog op te stellen beleidsregels te respecteren.
De gemeente Venlo heeft zich aangemeld bij het CCV om als een pilot mee te doen in kennisontwikkeling van de werking van het nieuwe instrument.

De wijziging heeft de instemming van de lokale driehoek zijnde de Politiechef, de Hoofdofficier van Justitie van het Openbaar Ministerie en de burgemeester.

Voorzitter: Merve Karaman
Portefeuillehouder: Burgemeester Scholten

HAMERSTUK

Voorstel
Aan de raad wordt voorgesteld in te stemmen met de eerste wijziging van de verordening rechtspositie raadsleden en wethouders gemeente Venlo. Het omvat aanpassingen in de huisvestingskosten en de werkkosten voor de bestuurlijke en politieke ambtsdragers. Daarnaast wordt voorgesteld in te stemmen met de aanschaf van een creditcard voor het college van B&W.

Toelichting
Het besluit wordt ingegeven door de wijzigingen in het Rechtspositiebesluit wethouders, de Regeling rechtspositie wethouders en de Werkkostenregeling. Met de wijziging in de verordening wordt tevens een basis gelegd voor het gebruik van de gemeentelijke creditcard.
Met de wijziging vindt een harmonisatie plaats van de huisvestingsvoorzieningen voor wethouders en burgemeesters. Dit onderdeel omvat onder andere de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in dubbele woonlasten voorafgaand aan een verhuizing naar de gemeente Venlo.
Als gevolg van de invoering van de werkkostenregeling vervalt met deze wijziging de huidige fietsregeling.
In verband met het toenemend gebruik van de creditcard bij dienstreizen in binnen- en buitenland als een garantie voor gedane reserveringen wordt voorgesteld om het college het gebruik van een eigen creditcard mogelijk te maken. Deze komt op naam van de burgemeester, maar kan door de andere collegeleden worden gebruikt. De voorwaarden van het gebruik worden in de bestaande gedragscode geregeld.

Voorzitter: Merve Karaman
Portefeuillehouder: burgemeester Scholten

Zie bijlage toelichting annotatie

Voorzitter: Merve Karaman
Portefeuillehouder: n.v.t. / de Raad

HAMERSTUK

Toelichting
Op basis van de gemeentelijke ‘Verordening op de fractieondersteuning gemeente Venlo’ worden aan de raadsfracties jaarlijks fractievergoedingen toegekend. Art. 6 van de Verordening regelt de ‘controle en verantwoording’ m.b.t. de besteding van deze fractievergoedingen. De fracties dienen ieder jaar verantwoording af te leggen aan de raad over de uitgaven in het voorafgaande jaar. Zij dienen daartoe een gespecificeerd verslag in, met daarin vermeld de gemaakte kosten en de niet-bestede middelen, inclusief de eventueel ontvangen rente. De griffie toetst de uitgaven aan de relevante regels hiervoor. Ook vindt interne financiële controle plaats.
Het gaat om:
a. de uitgaven van de fracties in 2016;
b. de wijziging van de reserves;
c. de resterende reserve;
d. de verrekening van het overschot/terugbetaling aan de gemeente (boven de toegestane 30% reserve).

Over de verantwoording 2016 is op verzoek van het Presidium in het kader van meer aandacht voor integriteit een intensievere interne financiële controle uitgevoerd. Samen met de marginale controle van de griffie zelf blijkt, dat er geen sprake is geweest van onrechtmatige bestedingen. De bestedingen zijn binnen de in de Verordening vermelde criteria op een verantwoorde manier aangewend.
De griffie constateert dat van het totale gemeentelijke fractiebudget van € 53.539,45 over 2016, € 16.311,20 geheel niet is besteed. Dat is ruim 30% van het totale budget. In 2015 was het niet bestede deel 18%.
Het lijkt erop, dat de fracties steeds mínder gebruik willen maken van de door de gemeente toegekende fractievergoeding (gemeenschapsgeld).
In de Verordening is bepaald dat niet-bestede middelen gereserveerd mogen worden tot een bedrag van 30% van de totale vergoeding per fractie.
In de afgelopen periode hebben zes van de acht fracties teveel reserve opgebouwd. Zij dienen het teveel terug te storten aan de gemeente Venlo en zullen hiervoor een factuur ontvangen. In het totaal gaat het om een bedrag van € 13.863,34. Ter vergelijking: in 2015 was dat bedrag € 7.996,49.

Voorzitter: Henny Bosch
Portefeuillehouder: wethouder Aldewereld

HAMERSTUK

Toelichting:
Voorgesteld wordt deze (3e) wijziging van de Verordening vast te stellen. Het betreft een technische correctie. Deze heeft als doel om de tarieven voor de eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang inzichtelijk te maken in de verordening. Het betreft de inkoop van diensten derden in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning).